Malus domestica Santana Wondertree (Handappel)

De enige appel die allergie-patiënten wél kunnen verdragen. Een stevige, sappige vrucht met een frisse smaak. (halfstam ca50-60cm stamhoogte)

Wetenschappers van de Universiteit Wageningen hebben een appelras ontdekt, dat allergie-patiënten wel kunnen verdragen. Het gaat hierbij om het ras Santana. Onderzoek heeft uitgewezen dat mensen allergisch kunnen zijn voor een bepaald eiwit in een appel. Ze krijgen last van jeuk, tintelingen en zwellinge aan de lippen, tong en keel bij het eten van een appel.

De Santana-appel is oorspronkelijk gekweekt voor de biologische tuinbouw. De soort heeft weinig bestrijdingsmiddel nodig, omdat hij goed bestand is tegen appelziektes als schruft en boomkanker. De boom is dus voor de consument ook makkelijk te kweken. Santana lijkt op Elstar. De appel is geelgroen met een donkerrode blos. Het is een stevige, sappige vrucht met een frisse smaak.

De Santana is een goede handappel. De appel is direct na de pluk nogal zuur. Na enkele weken rijpen komt het aroma beter tot zijn recht. Bestuiving: zelfbestuivend, maar d.m.v. kruisbestuiving met o.a. Elstar of Pinova meer succes. Snoeien: in de winter of rond 1 juli. Zorg voor licht in de basis. Buig vruchtdragende takken horizontaal. Bemesting: in de herfst een rijke gift van een organische meststof. Bij rijke vruchtdracht in de zomer nog een keer. Voeg matig kalk toe voor zoetere vruchten. Hoog resistent tegen schurft en meeldauw. Plantdelen niet geschikt voor consumptie.

Schoonmaken
Eet een appel gewassen, geschild, in zijn geheel of in partjes. Voor een kind is het prettig als het klokhuis er met een appelboor wordt uitgehaald. Appelen verkleuren na het schillen snel bruin. Door het toevoegen van een beetje citroen- of limoensap (bijvoorbeeld in fruitsalades) is dit te voorkomen.

Consumptie
Een appeltje eet u niet alleen uit de hand. Er zijn oneindig veel recepten waarin de appel de hoofdrol speelt. Bekende recepten zijn appeltaart, appelmoes en appelflappen.